Wangedrag militairen in Schaarsbergen; veroordelingen in hoger beroep.
Bron: Volkskrant
De zaak in Schaarsbergen kwam in 2017 aan het licht toen drie soldaten hun verhaal deden in de Volkskrant. Zij vertelden dat ze in 2012 en 2013 structureel zouden zijn gepest, mishandeld en tijdens een ontgroeningsritueel zouden zijn aangerand. Nadat de soldaten later dat jaar alsnog aangifte deden, begon het Openbaar Ministerie een strafrechtelijk onderzoek naar de misstanden in Schaarsbergen.
Bij de aanvankelijke rechtszaak, vorig jaar, ontstond discussie over de verjaringstermijn van de tenlastegelegde feiten. De rechtbank sprak de verdachten toen vrij omdat een aantal feiten zouden zijn verjaard en andere beschuldigingen niet konden worden bewezen. Het hof gaat daar nu tegenin.
De twee militairen die zijn veroordeeld voor bedreigingen, krijgen een taakstraf van zestig uur. Volgens het hof hebben zij drie soldaten ‘op een niet mis te verstane wijze bedreigd’ in de wapenkamer van de kazerne. Dit gebeurde nadat de drie soldaten melding hadden gemaakt van misstanden binnen de mortiergroep.
‘Gevoelens van angst’
Het hof neemt het de twee daders ‘zeer kwalijk’ dat zij zich als korporaal hebben misdragen, terwijl ze als leidinggevenden juist een voorbeeldfunctie hadden. ‘Desondanks een mindere bedreigen, getuigt van militair onwaardig gedrag’, aldus het hof. ‘Dergelijke feiten zorgen bovendien voor gevoelens van angst en onveiligheid bij de slachtoffers van de bedreigingen.’
Een derde militair heeft zich volgens het hof schuldig gemaakt aan militaire aanranding. ‘Hij is als militair met zijn ontblote onderlichaam op de hoofden/gezichten van twee soldaten gaan zitten, terwijl twee andere militairen hen op de grond tussen zich in vastgeklemd hielden’, aldus het hof.
Opluchting
Voor een van de slachtoffers, die destijds in deze krant zijn verhaal deed onder de naam Allan, is de uitspraak een enorme opluchting. ‘Het doet recht aan wat hem allemaal is overkomen’, aldus zijn advocaat Ruth Jager. Dat de daders wegens gebrek aan bewijs niet zijn veroordeeld voor zwaardere feiten, zoals mishandelingen en bedreigingen met een vuurwapen en mes, vindt het slachtoffer wel wrang. Jager: ‘Maar voor hem is het goed om te horen dat het hof niet twijfelt aan zijn verklaring. Er is eindelijk naar hem geluisterd.’